Het beste van het Pajottenland

verslag door Wilfried Deyaert

De vier op uitstap, of wat er van overblijft, t.t.z. 7 moedigen. (Men zegt weleens dat 7 het sacrale getal is.) Inderdaad, enkele weken geleden viel onze sympathieke Urbain (Briek Schotte) Muylaert uit, wegens val in het Zoniënwoud, en begin van dit jaar ging Johnny (Moustache) Vermoesen tegen de vlakte op het voorplein van het kerkje van Gaasbeek. En wat gezegd Hugo Dekock die het niet meer zag zitten bij onze groep. Also wordt de groep 4 gedecimeerd tot 7 deelnemers.
Deze 7 waren allen present op 14/8 om 9u15 aan de kerk van Rode.
Onze aanloop van de eerst 15 km tot aan het kasteel van Gaasbeek, waar onze eigenlijke circuit van start ging om de geplande 100 km vol te maken, werden in een gezapig tempo afgehaspeld. Kwestie van ons warm te lopen.
Op de markt van Gaasbeek vroeg ondergetekende een eesrte stop, om enige uitleg te geven over het hoe en het verloop van onze dagindeling als ook van de te volgen route. Overbodig, ja rijden maar, neem de kop en we blijven in uw wiel, de rest zullen we wel zien. Dank u mannen voor zoveel vertrouwen en aanmoediging.
Wie mij kent zal wel al ondervonden hebben dat, wanneer ik op de fiets zit, ik er graag wat cultuur en geschiedenis bij op steek. Onderweg even halt houden kan geen kwaad, rondkijken, enkele stappen terug of opzij zetten, genieten en bewonderen, zo staat het in mijn agenda.
A propos, kennen jullie de naam van de man t.t.z. de uitvinder en promotor van het Pajottenland ? Frans Jozef Gronckel, geboren en getogen 200 jaar geleden in Lennik.
Dus op naar St.-Kwintens-Lennik. Eerste bezienswaardigheid en de trots van St.-Kwintens-Lennik, PRINS, het standbeeld van het oh zo beroemde brabantse boerentrekpaard. Deze paarden vinden we verder in het verhaal nog terug. Als 2e stop (we bleven op de fiets zitten) de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, eens een beroemd bedevaartsoord dat daterend van de 13e en 14e eeuw. Meer bezocht en aandacht kreeg dan de Zwarte lieve vrouw van Halle. Maar de trekpleister van deze kerk is het beroemde Altaarretabel (houtsnijwerk) over het leven van de Heilige Maagd. Houtsnijwerk van de bovenste plank, de kunstenaars die dit gemaakt hebben, zo vele jaren geleden, ongelooflijk, in één woord, je moet het gezien hebben.
Volgende halte de HERTBOOMMOLEN, beter bekend als de molen van kapitein Zeppos, al waar een bereidwillige zondagstoerist ons alle 7 op de foto zette.
Nieuwsgierig wie “The Magnificient Seven” waren ?
1. Jean Stroobants (The boss)
2. Robert Mommaert (Rob the …) 85 jaar, bewaard als goede wijn, bolt steeds op het grote mes.
3. Louis Dedeken (de bergspecialist)
4. Louis Chabert (sterke vent, vliegt de berg van Jacques op, op de grote plaat)
5. Philippe …. ? Nieuwkomer, de stille in onze groep, past zich aan.
6. Luc Mommaert (The coach) beschermt de mensen die het moeilijk hebben en geeft waar nodig het duuwtje in de rug.
7. Wilfried Deyaert (Cultuurfreak)

We vervolgen onze route en krijgen de afspanning “DE HAAS” in het zicht. “The place to be” van elke zondagstoerist. Stoppen ? Natuurlijk, één verfrissing, bezoek aan de W.C. , even babbelen en terug op ons stalen (of carbon) ros en de woestijnstraat af. We passeren de Woestijnkapel aan onze rechterzijde, kapel die werd gebouwd op de route naar Compostella ten behoeve voor de misdadigers die veroordeeld werden op bedevaart.

Het volgende dorp op onze omloop is Gooik “de parel” van het pajottenland. Van hieruit naar strijland (gehucht van Gooik) also bereikten we de Ninoofsesteenweg, links naar Leerbeek/Kester met de rondebollen van het leger, hoogte 112 meter boven zeespiegel, richting Ijzeren Man, bergop alwaar onze Luc het nodig vond zijn achterstelling te verlaten en ons allen een poepje te laten ruiken (Luc boven wachten hè).
Van Leerbeek langs de N285 naar Kester tot aan het kruispunt met de lange straat richting Vollenzele. In Vollenzele dorp reden we tussen het standbeeld van het beroemdste brabantse boerenpaard dat er ooit is geweest “Briljant” links en het museum van het brabantse trekpaard rechts. (museum enkel open op zondagnamiddag)
12:15 Nu moest de Congoberg er nog aan geloven. Boven op de Congoberg – stop – wat een vergezicht, de zon was erdoor gekomen, en we konden km’s en km’s ver zien in de richting van de groene weilanden met glooiende dalen en heuvels, de bakermat van de brabander die er rustig liepen te grazen. De Congoberg in een vaart naar beneden, we zaten op schema, afspraak om 12:30 in restaurant “Folensela”, Ninoofsesteenweg 11, 1570 Vollenzele tel. 0474 368 580.
Misschien vragen sommige lezers zich af, waarom deze pub. voor het restaurant ? Omdat de mosselen er formidabel zijn ! We willen deze delicatesse niet voor ons alleen houden. Op een schaal van 10 geven we gul 9,5.
Aan tafel in een aangename en ontspannen sfeer kon ieder zijn zegje kwijt maar het hoogste woord werd gevoerd door onze ouderdomsdeken Robert, die straffe verhalen en anekdotes aanhaalde uit de vroegere jaren van de club.
Gezelligheid kent geen tijd.
Reeds 14:15 Vertrek voor de resterende 40 km, die we met 5 zouden verder zetten. Reden : Jean, na een lange periode van stilliggen, vond dat de 100 km te veel was, en Robert moest om familiale redenen vroeger thuis zijn.
Onze weg bracht ons naar Tollenbeek waar 2 bekendheden of beroemdheden dit dorp op de kaart hebben gezet.
a) het handbalspel, standbeeld op het kerkplein en
b) links af richting Herne het standbeeld van Urbanus
Na enkele km’s langs de grens van Bever, het kleinste dorp van Vlaanderen met straten zonder naam, om in de oorlog het de duitsers moeilijk te maken en bekend voor zijn heksenstraat zegen we reeds de 5 torens van de kerk van Herne opdagen. Van Herne naar Heikruis waren lange licht golvende wegen door de velden. Iets voor het centrum van Heikruis, op onze linkerzijde, passeerden we het oude pachthof van het pajottenland, daterend van 17….ik ben het juiste jaartal kwijt.
Heikruis/Bogaarden alwaar we onze omloop van het pajottenland verlieten, kwestie van aan onze km’s te komen, ging de tocht verder naar Lembeek, gehucht Hondzocht om vervolgens Tubize te bereiken. Rechts af, de Zenne over, rondpunt links, richting het kanaal. Over de kanaalbrug links naar beneden. Eenmaal langs de vaart nam Louis Dedeken het kopwerk over en ging het recht aan recht toe naar onze stal.
Of toch niet, een laatste stop werd ingelast in het Gildenhuis van Dworp, kwestie van nog even bij te tanken voor de berg van Jacques.
Zelden een pint gedronken die met zoveel smaak naar binnen liep. 16:45 Na een zeer geslaagde daguitstap was de 4 terug in Rode met precies de geplande 100 km in de benen.
Moraal van het verhaal : “Carpe Diem”, pluk de dag.

Wilfried Deyaert