Ik ben geboren op 8 april 1926.

Na de lagere school heb ik in Leuven verder gestudeerd.

Terzelfdertijd was de oorlog begonnen en ook het wielrennen. Het einde van de oorlog nabij was ik 17 jaar en wanneer de duitsers begonnen terug te trekken nam ik plaats in het leger als oorlogsvrijwilliger en werd ik al gauw naar Duitsland verwezen om een gedeelte te bezettten tot de oorlog ten einde was.

Inmiddels was ik 22 à 23 jaar geworden en kon ik als paswerker beginnen.

Van koers rijden was er nog geen sprake en ook geen geld om zich een koersfiets aan te kopen.Doch was het mij te beurt gevallen en begon ik, reeds gehuwd zijnde, ritjes met de fiets te maken.

Er werd aangedrongen om eens te “proberen”. Zodus, gehuwd zijnde, hoefde ik het huishouden van geld te bedienen. Om verder uit te leggen, op mijn werk werd ik aangesproken door een melkboer dewelke me aandrong van bij hem te komen koersen.

Zo gezegd, zo gedaan begon ik te koersen en het duurde niet lang of ik begon prijs te rijden.

Ik kon alleen op zondag rijden, omdat ik mijn pré nodig had. Zo ging dat verder en bereikte ik toch enkele uitslagen tot ik onafhankelijkeen tot beroepsrenner.

Doch een harde val deed alles ten einde.

Wat betreft koersen wil ik er bij uitleggen dat wij in onze wielerkoersen bij bandbreuk of dergelijke zelf onze fiets terug in orde moesten brengen, alleen de toeschouwers mochten onze fiets vasthouden, de rest moesten we zelf doen.


Georges Van Loo